dinsdag 17 juli 2012

Smetvrees

Ik heb al jaren last van smetvrees. Niks aan de hand. Toch niet zolang ik niet stilsta bij wat er allemaal op die hand zit. Volgens Wikipedia is smetvrees dan ook niet zomaar een fobie, maar een obsessieve-compulsieve stoornis. Om de zaken er niet erger op te maken, zoek ik niet op wat dat precies betekent. Ik ben zo al obsessief genoeg.

Overal waar ik ga, sleur ik anti-bacteriële gel mee. Eén probleem: wat doe je met de bacteriën die je bij het openen van het flesje op de buitenkant achterlaat? De cirkel is nooit rond. Gelukkig kan ik me meestal behoorlijk goed inhouden. Daarmee bedoel ik dat ik na het handen wassen op het toilet de deur open met het papieren handdoekje nog om mijn hand. Dat vind ik een goede compromis. Meestal kan ik dat handdoekje ongemerkt weggooien en is er letterlijk niks aan de hand.

Alleen gaat dat in het gebouw van de nieuwe job niet. Daar hebben ze van die ecologisch verantwoorde, meterslange stoffen handdoeken die ronddraaien in een toestel aan de muur. Onderschat me niet, ik zou een meter of twee uit dat toestel trekken als ik daarmee de deur kon openen zonder de klink te moeten aanraken. Alleen moet ik welgeteld vier deuren openen eer ik terug aan mijn bureau ben. En elf meter uit dat ding trekken, is niet bepaald onopvallend. Daar stond ik dan op de eerste werkdag. Het heeft me drie minuten gekost om te beslissen welke vinger ik het minst gebruik (de linkerpink) en nog eens drie om daarmee alle deuren te openen. Blijkt dat een pink ook de minst gespierde vinger is en je hem gemakkelijk overbelast. Vandaag was rechterpink dus aan de beurt. Ik moet echter een definitieve oplossing bedenken, voor ik niet meer kan typen. Want om de zaak er nog precairder op te maken, heeft mijn blaas de grootte van een vingerdop en moet ik tien keer per dag naar de wc.

Er zit niks anders op: ik moet uit de kast komen. Alleen zo kan ik vragen om een zeeppompje in onze keuken. Daar kan ik aan zonder deuren te moeten trotseren. Nu alleen nog uitvogelen hoe ik die kastdeur open krijg.

maandag 16 juli 2012

Boire comme un trou

Vrees niet, we gaan verder in het Nederlands. Ik wilde jullie bovenstaande uitdrukking echter niet besparen, aangezien die zo mooi past bij de Champagnestreek. Want ook al ga je er niet heen met de bedoeling je te bezatten, je kunt niet ontkennen dat hier heel wat alcohol aanwezig is. En bubbels. Veel bubbels.

Als je een volledige vakantie in de Champagnestreek plant, heb je tijd voor de Champagneroute. Deze route van om en bij de 500 kilometer loopt door de departementen Marne en Aube. Vanuit Troyes reden we vorige lente een stukje door de wijngaarden. Je komt nu en dan voorbij een champagneboer, en met wat geluk is die thuis. Een aanrader voor wie tot rust wil komen.



De grote champagnehuizen vind je echter in Epernay: Moët et Chandon, Mercier, Perrier-Jouët, Vranken/Demoiselle en de Castellane, dat ik bezocht. Vanaf de toren, die oorspronkelijk bedoeld was als watertoren, heb je een mooi uitzicht op de omliggende wijngaarden en het stadje. In de kelders liggen zo'n 8 miljoen flessen opgeslagen. Zoals ik al zei: veel bubbels. Die bubbels mag je na afloop proeven tijdens een degustatie. Tien euro voor een bezoek aan het museum en de toren, een rondleiding van een half uur een een glas champagne dat honderd meter verder acht euro kost, dat is een mooie deal.


Om de twee jaar viert het dorpje Ay het eerste weekend van juli koning Henry IV. Die kreeg in de 17e eeuw de raad van zijn dokter om wijn uit de Champagnestreek te drinken in plaats van die uit Bourgogne, omdat die eerste lichter was. Pas later werd die wijn champagne. Op zich een niet zo feestelijke gebeurtenis, maar toch zetten alle kleine champagnehuizen hun deuren open voor het publiek. De reden laat zich raden. Henri IV kan eigenlijk hun rug op, bevestigde een buurtbewoonster me. De champagne verkocht lange tijd minder goed, en daar moest iets aan gedaan worden. Een drankfestijn was de gedroomde oplossing. Maar ik moet het hen nageven: ze kleden het mooi in. Als je reserveert, kun je in elk champagnehuis terecht voor een Franse maaltijd vergezeld van, u raadt het, champagne. Franse chansons, vuurwerk, een stoet waarin de Steltenlopers van Merchtem en andere zusterstadjes de show stelen - je moet enkel gaan zitten en genieten.


Reims (uitspreken als rainser maar zonder de -er, of pronounced friends without f, zoals de Engelsen zeggen) is de hoofdstad van de Champagnestreek. De kathedraal is daar mooier dan die in Parijs, beweren de inwoners. Omdat de Notre Dame de Reims vorig jaar 800 jaar bestond, maakten knappe koppen een lichtspektakel dat deze zomer wegens groot succes hernomen wordt. Elke avond, behalve op maandag, kun je om 23u gaan bekijken hoe het gebouw er 800 jaar geleden uitzag, toen het volledig beschilderd was. Opnieuw een halfuur lang genieten, als je geen bange hond aan de leiband hebt die kost wat kost weg wil lopen. Het symbool van de stad, l'Ange au sourire, bevindt zich net als in Dijon op de muren van de kathedraal. Ze gaf me alvast een thumbs up voor mijn eerste vakantie alleen.

vrijdag 6 juli 2012

On dirait un renard


Pour tous ceux que j’ai rencontrés à Dijon et qui m’ont demandé d’écrire en français: ça y est. Pardon my French si je fais des fautes. Pour les autres qui se demandent pourquoi j’écris en français: voilà un cours gratuit.

Pour pratiquer un peu mon français, j’ai décidé d’aller en France pendant une semaine en faisant du Couch Surfing. C’est la manière la plus facile de rencontrer des gens et donc de parler la langue. Petit problème: je devais emmener mon chien, comme mes parents partaient aussi en vacances. Et apparemment, il y a pas mal d’animaux abandonnés à Dijon. Du coup, je ne pouvais pas laisser Jaro dormir dans la voiture pendant la nuit, comme on pourrait casser ma vitre pour le ‘sauver’. Fallait donc le laisser dormir à l’intérieur, dans sa cage. Mais comme Jaro est trop aimable, ça ne posait pas de problème.

En parlant d’aimable: je ne comprends pas pourquoi ce chien ne sait toujours pas prononcer Shiba Inu lui-même. C’est qu’il n’est pas trop malin, parce que j’ai dit ces mots à peu près 150 fois les trois derniers jours. Fois deux, comme tout le monde me demande de répéter. Shiwa Jo? Jamais entendu, jamais vu. Mais on dirait vraiment un renard. Si on ne me le demande pas directement, on pense que j’ai attrapé un renard. Et comme mon deuxième host Edouard disait: "Comment veulent-ils que tu attrapes un renard ? C’est impossible… avec ta jambe." (wouah, quelle blague)

Pour parler d’autre chose que du chien, j’ai bien aimé Dijon et, bien sur, sa chouette. J’ai fait mon vœu de manière correcte, en venant du côté du dragon et avec ma main gauche sur la chouette, le dos vers le dragon. Si mon prince charmant n’arrive pas un de ces jours, c’est qu’il est mort.

Du 2 au 7 juillet, le festival Dièse a lieu à Dijon. La pluie a un peu perturbé les activités, mais j’ai vu quelques concerts sympas et quelques projections, disons, un peu bizarres. J’ai découvert le groupe Hyphen Hyphen, un nom à retenir. 

Je passerai les jours suivants à Châlons-en-Champagne, où je vais assister aux fêtes Henri IV, déguster un repas dans une maison de champagne et découvrir les caves de Castellane à Epernay. Je visiterai Reims lundi et mardi prochains. Des suggestions sur cette dernière ville sont toujours bienvenues. 

PS : aujourd’hui est le 4ème jour sans chocolat. Je suis un peu en manque parfois, mais ça va.