woensdag 23 juni 2010

Doe-het-zelven



Wij zijn een familie van doe-het-zelvers. Heb ik nooit anders geweten. Kast in mekaar zetten, grasmat leggen, konijnenhok bouwen, plamuren, snoeien, schilderen, planten, doe je toch gewoon zelf? Wat je zelf doet, doe je beter. Gesprekken op familiebijeenkomsten gaan steevast over de nieuwste kast van de Ikea waar een moer in ontbreekt maar die – o wonder – toch perfect recht staat, ruzies over wie het stappenplan voor de bouw-uw-eigen-huppeldepup met het oud papier heeft meegegeven.

Mijn persoonlijke palmares is veeleer beperkt. De eerste en meteen ook laatste stoel die ik in mekaar vees bezorgde mijn oma net geen gebroken heup en mijn eigengemaakte koekjes zien eruit als bergjes kruimel met chocolade erdoor. Lekker, maar niet om aan te zien. Het enige wat ik goed kan, is haar verven. En dan nog. De sessies eindigen steevast met vlekken die niet meer uit het badkamertapijt gaan, ondergespatte spiegels en een rij wachtenden voor de badkamerdeur die tot aan het tuinhuis komt. Waarachter ze uiteindelijk uit pure wanhoop hun broek laten zakken, “Want ze komt er het eerste uur toch niet uit.”

Klopt ook. Anders dan bij het in elkaar vijzen van meubilair en het scheren van heggen, is de timing bij haar verven heel belangrijk. Het product er enkele minuten te lang laten opzitten kan betekenen dat je eindigt met een kop als een seinlicht. Weet ik helaas uit ervaring. Je zal dan ook altijd zien dat net wanneer je je haar moet uitspoelen iemand “Echt heel dringend” naar de wc moet en het tuinhuis al bezet is. Het zal hen zelfgedraaide worst wezen dat ik eruit zie als Pipi Langkous.

Ik ben er nog niet uit of ik een man wil die doe-het-zelft, of net helemaal niet. Alles heeft zijn voordeel – zo ook mijn linkerhanden. Die compenseer ik namelijk ruimschoots met mijn organisatorisch inzicht en vermogen tot commanderen. Of hoe het belangrijker is om je zwakke punten te kennen dan daadwerkelijk alles (denken) te kunnen. Zuig daar maar eens een puntje aan, nonkel Floris!

zondag 6 juni 2010

Mensen kijken

De leukste bezigheid op het openbaar vervoer is mensen kijken. Kan ik uren mee bezig zijn. Handig als je dagelijks enkele uren op treinen moet wachten.

Eén dag was ik terug uit het buitenland, of mijn trein werd afgeschaft. De gezichten die mensen bij die aankondiging trekken hou je niet voor mogelijk. Zelf rol ik zo hard met mijn ogen dat ze hoogstwaarschijnlijk ooit eens aan de binnenkant van mijn hoofd zullen blijven steken. Daarna pauzeer ik mijn gefoeter even om de reacties rondom mij te bekijken. Van wilde gebaren in de richting van het aankondigingbord en/of luidspreker tot “Ik ga te laat zijn voor het eten want die godverdomse kut…” en zo verder. En dan gaan ze zitten mokken op een bankje. Toegegeven, ik zit als eerste op dat bankje, GSM en scheldwoorden in de aanslag, dus ik heb eigenlijk geen recht van spreken. Toch is het hele schouwspel zo grappig dat ik eigenlijk een bedankbrief naar de Belgische Spoorlijnen zou moeten schrijven. Maar omdat ze daar de verkeerde conclusies uit zouden kunnen trekken, doe ik dat maar niet.

Wanneer het desbetreffende vervoermiddel op tijd is, is levens verzinnen een leuke. Leeftijden raden heb ik lang geleden opgegeven. Ergens tussen “Wilt u zitten mevrouw? Zo oud ben ik niet hoor, dank je. Oh. [verbaasde blik] Ik ben amper zesenveertig! Oooh. [ontdane blik]” en “Mag ik misschien zitten, juffrouw? Zo oud bent u toch niet? Ik ben al vierenzeventig! Ooh. [exit scene]” Met levens verzinnen kan het bijna niet misgaan. Gênant wordt het wel als je de persoon ik kwestie zo interessant hebt gemaakt – rijke advocaat, single, perfect gebit, zacht van inborst, beest in bed – dat je jezelf moet bedwingen om niet met hem of haar te gaan praten. Smoor worden op je eigen verzinsels, daar kan je geloof ik voor opgesloten worden. Die richting wil je niet uit met je leven. Heb ik die advocaat horen denken.

Soms vraag ik me af wat mensen verzinnen als ze mij zien op de trein. Twintig, single, studente handelingenieur, beest in bed (verkeerd)? Zevenentwintig, gescheiden, secretaresse, schichtige muis (verkeerd)? Begin de twintig, slaapdronken maar niet te moe om in haar vuistje te lachen om de dingen om zich heen, deinst er niet voor terug in het openbaar eens duchtig te vloeken maar daarnaast goed van inborst, verder geen commentaar (bingo)?